Wat melden als gemengde btw-plichtige tegen 22.04.2024?

Tegen 22 april 2024 moeten een aantal gemengde of gedeeltelijk btw-plichtigen jaarlijks bepaalde informatie verstrekken aan de Btw? Wie moet dat nu precies doen en welke info moet er verstrekt worden?

Wat melden als gemengde btw-plichtige tegen 22.04.2024?

I.                Welke btw-plichtigen moeten de nodige informatie verstrekken?

A.    Gemengde btw-plichtigen

Een gemengd btw-plichtige verricht zowel prestaties die recht op aftrek verlenen, als prestaties die van de btw vrijgesteld zijn op grond van artikel 44 W.Btw en waarvoor er dus geen recht op aftrek bestaat.

Een gemengde btw-plichtige heeft m.a.w. een omzet deels met btw en deels zonder btw. Op een deel van zijn omzet zal hij btw in rekening brengen en op een ander deel, nl. de vrijgestelde prestaties, niet.

Het recht op btw-aftrek zal dan ook maar gedeeltelijk zijn. Hoeveel zijn recht op aftrek precies zal zijn, moet dan berekend worden volgens ofwel de methode van het algemeen verhoudingsgetal, ofwel de methode van het werkelijk gebruik (art. 46 W.Btw en KB nr. 3, art. 12-21) .

Gemengde btw-plichtigen die de methode van het werkelijk gebruik naleven moeten een voorafgaande kennisgeving doen, alsook een bijkomende informatieplicht naleven, tenzij de vrijgestelde activiteiten die ze verrichten louter een occasioneel karakter hebben (parl. vr. nr. 1431, 06.04.2024, Vermeersch).

Wat occasioneel is moet geval per geval beoordeeld worden aan de hand van de concrete feitelijke omstandigheden. Wat evenwel de verhuur van vastgoed betreft, heeft de minister gesteld dat de aanschaf van een onroerend goed met de initiële intentie om het te verhuren, niet als een occasionele verrichting wordt beschouwd (parl. vr. nr. 1617 en 1618, 01.08.2024, Vermeersch).

B.    Gedeeltelijke btw-plichtigen

Een gedeeltelijke btw-plichtige is een btw-plichtige die zowel prestaties verricht waarvoor hij btw-plichtig is, als prestaties die buiten de toepassingssfeer van de btw vallen en waarvoor hij dus helemaal niet btw-plichtig is.

Denk aan een holding die naast het aanhouden van aandelen, wat uiteraard een niet-btw-plichtige activiteit is, ook managementdiensten verricht. Die zijn uiteraard wel onderhevig aan btw. Hetzelfde geldt voor een werknemer in loondienst, wat buiten de btw valt, die daarnaast nog zelfstandig fotograaf in bijberoep is, wat wel aan btw is onderworpen.

Gedeeltelijke btw-plichtigen zijn verplicht om hun recht op aftrek uit te oefenen volgens de methode van het werkelijk gebruik.

Ze zijn niet onderworpen aan de voorafgaande kennisgeving, tenzij ze ook vrijgestelde prestaties in de zin van art. 44 W.Btw zouden verrichten, en dus een dubbel statuut hebben, nl. zowel van gedeeltelijke als gemengde btw-plichtige.

II.              De informatieplicht zelf

A.    Welke informatie en documentatie moet er bezorgd worden?

De bijkomende informatieverstrekking komt erop neer dat vier percentages moeten doorgegeven worden. De bedoeling is om aan de hand daarvan te kunnen controleren of de methode van het werkelijk gebruik wel correct wordt toegepast.

Bij een eerste percentage wordt gevraagd hoeveel procent van de btw op de inkomende facturen uitsluitend gebruikt wordt voor de activiteit die een volledig recht op aftrek verleent.

Ook de btw op facturen die volledig aan de btw-plichtige activiteit toe te wijzen zijn, maar onderhevig zijn aan een aftrekbeperking, zoals autokosten, of aan een aftrekuitsluiting, zoals restaurant- en cateringkosten of kosten van onthaal, dient hier meegeteld te worden.

Een tweede percentage is het percentage van de inkomende btw dat uitsluitend betrekking heeft op de prestaties die geen recht op aftrek verlenen. Het gaat hier dus m.a.w. om de aangerekende btw op inkomende facturen die volledig toe te wijzen is aan de vrijgestelde of niet-btw-plichtige prestaties.

Het derde percentage is het percentage van de btw op inkomende facturen die bestemd zijn voor de beide activiteiten. M.a.w. voor zowel de btw-plichtige activiteit, als de vrijgestelde activiteit. Het gaat hier dus om de zgn. gemengde kosten.

Het vierde percentage is het zgn. bijzonder verhoudingsgetal dat wordt gebruikt om het recht op aftrek te bepalen van de btw op inkomende facturen die betrekking hebben op beide activiteiten.

Alle gegevens die u moet verstrekken, moeten betrekking hebben op het jaar 2023. Het probleem is wel dat deze gegevens niet eenvoudig uit de boekhoudsoftware kunnen worden gehaald en dat hiervoor manuele berekeningen vereist zijn.

Als u het algemene verhoudingsgetal zou hebben toegepast in het voorgaande kalenderjaar, moet u dit ook meedelen.

B.    Tegen wanneer en hoe?

Tegen 22 april 2024 moeten die percentages doorgegeven worden en dat zowel voor kwartaal- als voor maandaangevers.

Als u deze informatie niet meedeelt binnen de voorziene termijn, kunt u het recht op aftrek volgens het werkelijk gebruik ten vroegste pas uitoefenen vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar.

U kunt die percentages elektronisch, via Intervat, samen met de periodieke btw-aangifte over het eerste kwartaal (voor kwartaalaangevers), of van de maand mei (voor maandaangevers) bezorgen.