Belastingverhoging én boete is teveel van het goede volgens beroepsrechter

De fiscus kan de niet-indiening of laattijdige indiening van aangiftes in de inkomstenbelastingen op twee manieren bestraffen. Hij kan een administratieve boete opleggen, die bestaat uit een vast bedrag, van € 50 tot € 1.250 , of een belastingverhoging, die bestaat uit 10% tot 200% van de belasting op de niet-aangegeven inkomsten.

Belastingverhoging én boete is teveel van het goede volgens beroepsrechter

De fiscus kan de niet-indiening of laattijdige indiening van aangiftes in de inkomstenbelastingen op twee manieren bestraffen. Hij kan een administratieve boete opleggen, die bestaat uit een vast bedrag, van € 50 tot € 1.250 , of een belastingverhoging, die bestaat uit 10% tot 200% van de belasting op de niet-aangegeven inkomsten.

De fiscus kan kiezen welke van de twee hij toepast. Het Grondwettelijk Hof is het daar immers mee eens (GwH, 29.01.2019). Hoewel het bedrag van de belastingverhoging erg kan verschillen van belastingplichtige tot belastingplichtige, omdat de belastbare inkomsten erg kunnen verschillen, is het opleggen van een boete aan de ene en een belastingverhoging aan de andere volgens het Grondwettelijk Hof geen verboden discriminatie.

In theorie zou de fiscus zelfs beide sancties kunnen opleggen vermits er geen enkele wetsbepaling is die dat verbiedt (Comm. IB 444/42 en 445/6). Echter, in de praktijk vinden veel rechters gelijktijdige toepassing van beide sancties teveel van het goede, zeker als er geen sprake is van kwade trouw (Gent, 30.09.2014; Antwerpen, 13.06.2017; Gent 12.11.2019). Op 11 mei 2021 heeft een beroepsrechter te Gent wederom in dezelfde lijn geoordeeld.