Verjaringstermijn van 3 naar 4 jaar bij laattijdige of niet-indiening btw-aangifte

In principe moet de periodieke btw-aangifte ingediend worden de 20e van de maand volgend op, naargelang het geval, de desbetreffende maand of kwartaal.

Verjaringstermijn van 3 naar 4 jaar bij laattijdige of niet-indiening btw-aangifte

In principe moet de periodieke btw-aangifte ingediend worden de 20e van de maand volgend op, naargelang het geval, de desbetreffende maand of kwartaal.  Is de 20e echter een zaterdag, zondag of feestdag, dan wordt de indieningsdatum opgeschoven naar de eerstvolgende werkdag.

De normale verjaringstermijn inzake de btw bedraagt in principe drie jaar. Bij bv. een btw-controle in 2023, mag de controleur de jaren 2020, 2021 en 2022 en ook het reeds verlopen gedeelte van 2023 zelf, dus controleren. Die drie jaar is sinds 01.01.2023 echter verlengd tot 31 december van het 4e jaar volgend op het jaar waarop de btw opeisbaar is geworden, zo de periodieke btw-aangifte niet of te laat ingediend wordt (wet 20.11.2022, BS 30.11.2022). Zo bv. de btw-kwartaalaangifte van het eerste kwartaal 2023 tijdig ingediend wordt, maar die van het tweede kwartaal 2023 te laat, dan zal de verjaringstermijn voor dat tweede kwartaal van 2023 verlengd worden tot vier jaar, terwijl die over het eerste kwartaal van 2023 drie jaar blijft.