Huurherkwalificatie (inkomstenjaar 2018/aanslagjaar 2019)

Bedrijfsleiders-natuurlijke personen die de eigen woning verhuren aan hun vennootschap, moeten rekening houden met de zgn. huurherkwalificatie.

1. Wat verstaat men onder "huurherkwalificatie"?

Bedrijfleiders-natuurlijke personen die eigenaar van een woning zijn en daarvan een deel verhuren als kantoor aan hun vennootschap, vragen in dat geval best een zo hoog mogelijke huur.

Fiscaal gezien is het ontvangen van huur immers een stuk interessanter dan het ontvangen van een bezoldiging aangezien:

  • Op de ontvangen huur worden geen sociale bijdragen gerekend
  • Er een forfaitaire kostenaftrek van 40% voorzien is op de ontvangen huur voor het huis of appartement.
  • Er is geen verhoging wegens onvoldoende voorafbetalingen

Met de gevraagde huurprijs mag niet overdreven worden want het ‘overdreven’ gedeelte van de betaalde huur voor een gebouw wordt immers geherkwalificeerd als bezoldiging van de bedrijfsleider (art. 32, lid 2, 3° WIB 92).

Met deze herkwalificatie wil de wetgever voorkomen dat een beroepsinkomen omgevormd wordt tot een fiscaal voordeliger onroerend inkomen.

2. Bedrag dat geherkwalificeerd wordt als bezoldiging

2.1. Algemeen

Het bedrag van de huurprijs dat geherkwalificeerd wordt als bezoldiging is het positieve verschil tussen:

de brutohuurprijs + de huurvoordelen - 5/3 van het gerevaloriseerd kadastraal inkomen

De revalorisatiecoëfficiënt voor de inkomsten van kalenderjaar 2018 bedraagt 4,47 (KB, 24.06.2018; BS, 03.07.2018).

Voorbeeld (aanslagjaar 2019 – inkomstenjaar 2018)

Een bestuurder (ongehuwd en alleenstaand) heeft in 2018 een gebouw verhuurd (eigen goed van de bestuurder) aan zijn vennootschap. Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen bedraagt € 2.500 en de brutohuur bedraagt € 20.000.

Hoeveel is er dan belastbaar als onroerend inkomen en hoeveel als beroepsinkomen?

Te belasten als beroepsinkomen (in euro)  
Brutohuur 20.000,00
Maximaal belastbaar als onroerend inkomen
2.500 x 5/3 x 4,47 =
 
-18.625,00
Geherkwalificeerd als beroepsinkomen 1.375,00

Dit bedrag moet opgenomen worden op de fiche 281.20 en is ook onderworpen aan bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen.

Te belasten als onroerend inkomen (in euro)  
Brutohuur 18.625,00
Aftrek forfait
18.625 x 40% (met een maximum van 2.500 x 2/3 x 4,47 = € 7.450) =
 
-7.450
Netto belastbaar als onroerend inkomen 11.175

Merk op dat de minimale belastbare huur gelijk is aan het (geïndexeerd) kadastraal inkomen x 1,40. We berekenen eerst het geïndexeerd kadastraal inkomen: 2.500 x 1,7863 (indexatiecoëfficiënt voor inkomstenjaar 2018) = 4.465,75.

De minimale belastbare huur bedraagt hier dus: 4.465,75 x 1,40 = 6.252,05 en is dus lager dan de effectief ontvangen huur van 11.175. De belastbare huur bedraagt dus 10.975.

Voorbeeld

De bedrijfsleider is een ongehuwde eigenaar die een huis met een kadastraal inkomen van 2.500 euro verhuurt aan zijn vennootschap voor een bedrag van € 12.000 voor het ganse jaar 2018.

Grens: 2.500 x 5/3 x 4,47 = 18.625

Huur: € 12.000 - € 18.625 = negatief resultaat.

Conclusie: er moet geen herkwalificatie gebeuren, de volledige huur is een onroerend inkomen!

2.2. De bedrijfsleider verhuurt verschillende gebouwen aan zijn vennootschap

Indien een bedrijfsleider verscheidene huizen of appartementen aan zijn vennootschap verhuurt, dan moet het gedeelte van de huur dat beschouwd moet worden als bezoldiging vastgesteld worden door de bewerking voor elk huis of elk appartement afzonderlijk te doen.

Voorbeeld (in euro)

Een bedrijfsleider verhuurt de volgende twee huizen aan zijn vennootschap.

Huis 1 – gelegen in Antwerpen
Kadastraal inkomen: 1.500
Brutohuur: 12.000
Grens: 1.500 x 5/3 x 4,47 = 11.175
Bedrag dat fiscaal maximaal als huur beschouwd wordt: 11.175
Bedrag te herkwalificeren als beroepsinkomen: 12.000 - 11.175 = 825
Huis 2 – gelegen in Leuven
Kadastraal inkomen: 1.000
Brutohuur: 14.000.
Grens: 1.000 x 5/3 x 4,47 = 7.450
Bedrag dat fiscaal maximaal als huur beschouwd wordt: 7.450
Bedrag te herkwalificeren als beroepsinkomen: 14.000 - 7.450 = 6.550

2.3. Het gebouw wordt slechts gedurende een bepaalde periode van het jaar verhuurd

Wanneer het gebouw slechts gedurende een bepaalde periode verhuurd wordt door de bedrijfsleider aan zijn vennootschap, dan is er enkel een herkwalificatie mogelijk voor de periode waarin het werkelijk verhuurd werd aan de vennootschap.

In dat geval moet het kadastraal inkomen omgedeeld worden in verhouding tot de periode van het jaar waarin het gebouw verhuurd is aan de vennootschap. Tot voor kort werd dit steeds uitgedrukt in maanden. De toestand op de 16de van de maand was bepalend. Op basis van de circulaire Ci.702.734 van 19 december 2016, moet sinds 1 januari 2017 de berekening gebeuren van dag tot dag.

Voorbeeld

Een (alleenstaande) bedrijfsleider is eigenaar van een pand dat in 2018 verhuurd wordt aan de vennootschap voor 1.000 euro per maand. Het kadastraal inkomen bedraagt 1.20 euro.

De verhuring aan de vennootschap vangt echter pas aan op 1 maart. Het pand werd in januari en februari nog verhuurd aan een particulier voor 500euro per maand.

Voor de berekening van de herkwalificatiegrens moet het kadastraal inkomen dus geprorateerd worden.

Omdeling van het kadastraal inkomen: 1.200 x 306/365 = € 1.006,03
Brutohuur betaald door de vennootschap: € 1.000 x 10 = €10.000,00
Grens: (kadastraal inkomen van € 1.006,0 ) x 5/3 x 4,47 = € 7.494,92
De herkwalificatie van huur als bezoldiging bedraagt: € 10.000 - € 7.494,92 = € 2.505,08

2.4. Voor een gedeelte van het jaar bedrijfsleider

Verhuurt een bedrijfsleider aan zijn vennootschap een gebouw verhuurt waarvan hij/zij slechts voor een gedeelte van het jaar bedrijfsleider is geweest, dan is de huurherkwalificatie enkel mogelijk voor de periode waarin u bedrijfsleider bent.

Het kadastraal inkomen moet dus omgedeeld worden in verhouding tot de periode van het jaar waarin men bedrijfsleider is geweest , uitgedrukt in maanden. Er moet dus enkel rekening worden gehouden met het bedrag van de huur en de huurvoordelen die u als bedrijfsleider ontvangen heeft van uw vennootschap.

2.5. Een onverdeeld aandeel in het gebouw

Zo’n gebouw wordt zowel voor het kadastraal inkomen als voor de huur slechts in verhouding tot het aandeel in de onverdeeldheid in aanmerking genomen.

3. Op welke gebouwen is de huurherkwalificatie van toepassing?

De huurherkwalificatie geldt voor de gebouwde onroerende goederen die in België gelegen zijn en die aan een vennootschap verhuurd worden door de bedrijfsleider die eigenaar, bezitter, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder is van het gebouw. Deze voorwaarden moeten vervuld zijn om de huur te herkwalificeren als beroepsinkomen:

  1. Het moet om een gebouwd onroerend goed gaan. Het gebouw moet in België gelegen zijn. De bepaling verwijst uitdrukkelijk naar het kadastraal inkomen van de onroerende goederen. Enkel de in België gelegen onroerende goederen worden hier dus bedoeld. Onroerende goederen gelegen in het buitenland hebben immers geen kadastraal inkomen.
  2. Het gebouw moet verhuurd worden.
  3. De huurder moet een vennootschap zijn waarvan de verhuurder bedrijfsleider is.
  4. De verhuurder-bedrijfsleider moet eigenaar, bezitter, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder zijn van het gebouw.

Er is geen herkwalificatie mogelijk voor gebouwde onroerende goederen die gebruikt worden door de eigenaar voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid. In dit geval wordt de huur immers beschouwd als een beroepsinkomen.

Een bedrijsleider kan het gebouw ook emeubeld verhu aan zijn eigen vennootschap. Verhuren kan nl. interessanter worden door roerende goederen (bv. meubilair) mee te verhuren. Het interessantste is om hiervoor één huurprijs te vragen. Wanneer men slechts één huurprijs vraagt voor de roerende (meubels) en de onroerende goederen tezamen, wordt 40% van de huur geacht te slaan op de roerende goederen (meubels).

Héél interessant natuurlijk, want dat betekent dat de huurherkwalificatie enkel nog kan slaan op 60% van de huur... Op de verhuur van roerende goederen is immers geen herkwalificatie mogelijk van huur als beroepsinkomen. Bovendien is dit erg interessant omdat de huurprijs voor roerende goederen slechts belast wordt tegen 30%. Hierop mag u nog forfaitair 50% kosten in mindering brengen. Na deze forfaitaire kostenaftrek van 50% komt dit neer op een effectieve belasting tegen 15% (plus gemeentebelastingen).

4. Op wie is de huurherkwalificatie van toepassing?

4.1. De bedrijfsleider-natuurlijke persoon van eerste categorie

Dit zijn natuurlijke personen die een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefenen. Het feit dat dit mandaat al dan niet onbezoldigd is, speelt geen rol.

Wie wordt er nu beschouwd als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of iemand met een gelijksoortige functie? Dit zijn:

  • zij die daartoe aangeduid zijn in de oprichtingsakte;
  • zij die daartoe aangesteld worden door de algemene vergadering;
  • zelfs diegenen die deze functie uitoefenen zonder dat zij daartoe benoemd of aangesteld zijn.

Er bestaat daarnaast ook nog een tweede categorie van bedrijfsleiders. Hiermee worden dan diegenen bedoeld die wel een leidinggevende functie of werkzaamheid hebben in de vennootschap, maar zonder er zaakvoerder of bestuurder van te zijn – want dan behoorden ze tot de eerste categorie – én zonder er werknemer van te zijn. Het al dan niet bezitten van aandelen is niet relevant.

De herkwalificatie van huur is niet van toepassing op bedrijfsleiders van de tweede categorie.

4.2. De vaste vertegenwoordiger

Wanneer een rechtspersoon wordt aangewezen als “bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité, van de directieraad of van de raad van toezicht”, dan is die persoon ertoe gehouden om “onder de vennoten, zaakvoerders, bestuurders, leden van de directieraad of werknemers een vaste vertegenwoordiger te benoemen die belast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon”.

Deze vertegenwoordiger moet “voldoen aan dezelfde voorwaarden en is burgerrechtelijk en strafrechtelijk aansprakelijk alsof hij zelf de betrokken opdracht in eigen naam en voor eigen rekening zou volbrengen, onverminderd de hoofdelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt”.Volgens de minister geldt de huurherkwalificatieregeling eveneens in hoofde van de persoon die een onroerend goed verhuurt aan de vennootschap waarin hij een opdracht als ‘vaste vertegenwoordiger’ uitoefent voor rekening van een rechtspersoon (parl. vr., Lejeune, 14.01.2009).

4.3. Bepaalde bestuurders van een vzw of een andere rechtspersoon

Hiermee worden de volgende (al dan niet bezoldigde) bestuurders bedoeld:

  • de bestuurders van verenigingen of instellingen die rechtspersoonlijkheid bezitten én die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting;
  • de bestuurders van vzw’s die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting en die een onderneming exploiteren of zich bezighouden met wederkerige verrichtingen van winstgevende aard.

Geldt de herkwalificatie van huur ook voor bestuurders van een vzw?

Een vzw wordt in principe beschouwd als een ‘vennootschap’ in de fiscale zin van het woord, wanneer zij een onderneming exploiteert of wanneer zij zich bezighoudt met verrichtingen van winstgevende aard die verder gaan dan de ‘beperkt toegelaten verrichtingen’ bedoeld in artikel 182 WIB 92, zelfs indien zij onderworpen blijft aan de rechtspersonenbelasting.

De beperkt toegelaten activiteiten zijn:

  • alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen;
  • het beleggen van fondsen in het kader van een statutaire opdracht;
  • verrichtingen die bijkomstig betrekking hebben op handels-, nijverheids- en landbouwverrichtingen.

Een bestuurder van een vzw wordt dus niet beschouwd als bedrijfsleider indien de vzw belast blijft in de rechtspersonenbelasting omdat zij binnen de grenzen van artikel 182 WIB 92 blijft en dus enkel ‘beperkt toegelaten verrichtingen’ stelt die niet beschouwd worden als verrichtingen van winstgevende aard.

Een bestuurder van een vzw wordt daarentegen wel beschouwd als bedrijfsleider indien de vzw de grenzen van artikel 182 WIB 92 overschrijdt, waardoor ze beschouwd wordt als een ‘vennootschap’ (ongeacht of ze belast wordt in de vennootschapsbelasting of in de rechtspersonenbelasting). Het is de vaststelling van de overschrijding van de grenzen die telt. De verrichtingen van de vzw gaan m.a.w. verder dan alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen en de bestuurder ontvangt (overdreven) huur van de vzw (parl. vr., Istasse, 01.10.1999).

Een bestuurder van een vzw/rechtspersoon die onvoorwaardelijk uitgesloten is van de vennootschapsbelasting (bv. een intercommunale) of die uitgesloten is van de vennootschapsbelasting omdat ze actief is op zgn. bevoorrechte gebieden (bv. beroepsverenigingen) wordt dus nooit als bedrijfsleider beschouwd, zodat de kwestie van huurherkwalificatie voor hem nooit aan de orde is!

Hieronder een handig overzicht:

Vennootschap onderworpen aan de vennootschapsbelasting Is de herkwalificatie van huur mogelijk?
Bezoldigd bestuurder, ... JA
Onbezoldigd bestuurder, ... JA
Vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon die aangewezen is als zaakvoerder, bestuurder, ... JA
Bezoldigd werknemer en onbezoldigd bestuurder, ... JA
Stille vennoot NEEN
Bedrijfsleider van tweede categorie NEEN
Commissaris-revisor NEEN
Echtgeno(o)t(e) van een bedrijfsleider van eerste categorie NEEN

5. Gehuwden en wettelijk samenwonenden

Het huwelijksstel is relevant. Als een bedrijfsleider gehuwd is onder het wettelijke stelsel, dan worden de onroerende inkomsten voor 50% toegewezen aan elke partner.

Bij scheiding van goederen moet elke partner de inkomsten van zijn eigen onroerende goederen aangeven.Wettelijk samenwonenden worden gelijkgesteld met personen die gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen.

5.1. Onroerende goederen die in volle eigendom toebehoren aan een van de echtgenoten of wettelijk samenwonenden

Gehuwd onder het wettelijke stelsel

De onroerende inkomsten worden altijd voor 50% aan elke partner toegewezen en dit ongeacht de werkelijke verdeling van de eigendomsrechten tussen de partners. Er is slechts een huurherkwalificatie mogelijk bij de partner die bedrijfsleider is van eerste categorie. Bovendien moet deze bedrijfsleider een eigendomsaandeel hebben. Let echter op, want zelfs een eigendomsaandeel van 1% is al voldoende!

Gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen of wettelijk samenwonend

De huurherkwalificatie geldt nooit voor de verhuring van een gebouw waarvan de eigendom volledig toebehoort aan de echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner van de bedrijfsleider en waarbij die echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner geen bedrijfsleider is in de vennootschap die hier de huurder is.

5.2. Gemeenschappelijke onroerende goederen van beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden

Indien het onroerend goed behoort tot het gemeenschappelijk vermogen van beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden, dan geldt de huurherkwalificatie wel. Er wordt steeds van uitgegaan dat ieder van de echtgenoten of wettelijk samenwonenden voor 50% eigenaar is.De huurherkwalificatie vindt enkel plaats bij diegene die bedrijfsleider van eerste categorie is in de vennootschap die de huurder is.

6. Voorbeeld (in euro)

6.1. Gegevens

Jan P. is sinds 1972 gehuwd onder het wettelijke stelsel met Mia D.

Jan P. is reeds 20 jaar bedrijfsleider van eerste categorie van de nv Bloembollen. Zijn bestuursmandaat eindigt op 31 oktober 2018 en wordt niet verlengd. Zijn echtgenote Mia D. is verantwoordelijk voor de boekhouding en werkt met een bediendecontract in de nv Bloembollen. Zij bezit 50% van de aandelen van de nv.

De heer en mevrouw P.-D. verhuren in 2018 de volgende onroerende goederen aan de nv Bloembollen:

  1. Een in België gelegen stuk bouwgrond (met een kadastraal inkomen van 150). Deze grond behoort tot de huwelijksgemeenschap. De ontvangen huurprijs bedraagt 2.000.
  2. Een in Oostende gelegen appartement (met een kadastraal inkomen van 1.500). Mevrouw D. heeft dit in 1990 geërfd van haar ouders. De ontvangen huur bedraagt 10.000 per jaar.
  3. Een handelsgebouw (met een kadastraal inkomen van 2.000) waarvan de heer en mevrouw P.-D. sinds 1 juni 2018 samen het recht van opstal genieten. Dit gebouw wordt sinds 6 juni 2018 verhuurd aan de nv Bloembollen voor de prijs van 2.500 per maand.
  4. Een magazijn gelegen in Amsterdam (Nederland). Dit is een eigen goed van de heer P. De huurwaarde bedraagt 1.500 en de ontvangen huurprijs 8.000 per jaar.
  5. Een gebouw in Brugge (met een kadastraal inkomen van 1.500) waarvan de heer P. vruchtgebruiker is. De vennootschap heeft hier haar vergaderruimtes in ondergebracht. De heer P. ontvangt hiervoor in 2018 een huurprijs van 7.000. De onroerende voorheffing werd contractueel ten laste gelegd van de vennootschap nv Bloembollen en bedraagt 1.250 in 2018.
  6. Een gebouw (met een kadastraal inkomen van 1.100) dat in onverdeeldheid eigendom is van hun drie minderjarige kinderen. De ontvangen huur hiervoor bedraagt € 11.000.
  7. Een kantoorgebouw waarvan de heer P. mede-eigenaar is in onverdeeldheid, ingevolge een erfenis samen met zijn twee zussen. Zijn aandeel in het kadastraal inkomen bedraagt 1.300 en zijn aandeel in het totaalbedrag van de ontvangen huur voor het jaar 2018 bedraagt € 2.500.
  8. Een garage (met een kadastraal inkomen van 800) die tot de huwelijksgemeenschap behoort. De vennootschap nv Bloembollen betaalt in 2018 een totaalbedrag van 120.000 aan huur voor de volledige looptijd van het (schriftelijke) tienjarige huurcontract. De heer P. gaat er schriftelijk en onherroepelijk mee akkoord om de vooruitbetaalde som gespreid te belasten over de looptijd van het contract.

We bekijken of een gedeelte van de betaalde huur geherkwalificeerd moet worden voor aanslagjaar 2019 (inkomstenjaar 2018).

6.2. Berekening op dagbasis (in euro)

We overlopen de acht verschillende gevallen:

  1. Grond wordt nooit geherkwalificeerd. Enkel de huur die betaald wordt voor gebouwde onroerende goederen kan geherkwalificeerd worden.

  2. Ook deze huurprijs hoeft niet geherkwalificeerd te worden als beroepsinkomen. De heer en mevrouw Van Put-Olyslaegers zijn gehuwd onder het wettelijke stelsel. In dit geval worden de onroerende inkomsten voor 50% toegewezen aan elke partner. Mevrouw Olyslaegers is echter alleen aandeelhoudster en geen bedrijfsleidster van eerste categorie. De heer Van Put is wél bedrijfsleider van eerste categorie, maar hij heeft dan weer geen eigendomsaandeel in dit geval.

  3. De huurinkomsten van het handelsgebouw worden mogelijk geherkwalificeerd als beroepsinkomsten in hoofde van de heer Put.

    01.06.2018 06.06.2018 31.10.2018
    opstalhouder verhuurd aan de nv einde mandaat als bedrijfsleider van eerste categorie

    We werken dit verder uit in twee stappen:

    Stap 1: we verdelen het onroerend inkomen volgens het wettelijke stelsel:

    Kadastraal inkomen: € 2.000 x 50% = € 1.000.

    Brutohuur: 5 maanden x € 2.500 = € 12.500 x 50% = € 6.250.

    Stap 2: we berekenen het bedrag van de huur dat geherkwalificeerd moet worden als beroepsinkomen:

    De herkwalificatie speelt maar voor vijf maanden. De verhuring is immers pas gestart op 6 juni 2018 en de heer P. is vanaf 1 november 2018 geen bedrijfsleider (van eerste categorie) meer.

    Brutohuur: 5 maanden x 2.500 = 12.500 x 50% = 6.250

    Grens: 5/3 x 4,47 x ki van 405,48 (= 2.000 x 50% x 148/365) = 3.020,83

    Huurbedrag dat geherkwalificeerd wordt als beroepsinkomen: 6.250 - 3.020,83 = 3.229,17

  4. Dit onroerend goed is gelegen in Nederland en er is geen herkwalificatie mogelijk voor onroerende goederen gelegen in het buitenland.

  5. We verdelen het onroerend inkomen volgens het wettelijke stelsel:

    Kadastraal inkomen: 1.500.

    Brutohuur + huurvoordelen: 7.000 + 1.250 = 8.250 waarvan 1/2 voor Jan P. en 1/2 voor Mia D.

    De heer Van Put is van januari tot oktober 2018 bedrijfsleider van eerste categorie (dus x 304/365).

    We berekenen vervolgens de huurherkwalificatie:

    8.250 x 50% x 304/365 = 3.435,62

    Grens: 5/3 x 4,47 x ki van 624,66 (= 1.500 x 50% x 304/365) = 4.653,72

    3.435,62 - 4.653,72 = een negatief bedrag. In dit geval is er dus geen sprake van herkwalificatie. Het volledige huurbedrag moet bijgevolg beschouwd worden als een onroerend inkomen.

  6. De ouders hebben het wettelijke genot van de goederen van hun kinderen. Er is geen herkwalificatie mogelijk aangezien de bedrijfsleider geen eigenaar is!

  7. We verdelen het onroerend inkomen volgens het wettelijke stelsel:

    Kadastraal inkomen: 1.300 x 50% = € 650.

    Brutohuur + huurvoordelen: 2.500 te verdelen over Jan P. en Mia D. voor ieder 1/2 (dus ieder voor € 1.250).

    We berekenen vervolgens de huurherkwalificatie in hoofde van de heer P.:

    Huur: 1.250 x 10/12 = 1.041,67

    Grens: 5/3 x 4,47 x ki van 541,37 (= 1300 x 50% x 304/365) = 4.033,21

    1.041,67 - 4.033,21 = een negatief bedrag. In dit geval is er dus geen sprake van herkwalificatie. Het volledige huurbedrag moet bijgevolg beschouwd worden als een onroerend inkomen.

  8. De huur moet gespreid worden over het contract:

    120.000 / 10 jaar = € 12.000 per jaar

    We verdelen het onroerend inkomen volgens het wettelijke stelsel:

    Kadastraal inkomen: 800 x 50% = € 400 voor elke echtgenoot.

    Huur: 12.000 x 50% = € 6.000 voor elke echtgenoot.

    We berekenen vervolgens de huurherkwalificatie in hoofde van de heer P.:

    6.000 x 10/12 = 5.000

    Grens: 5/3 x 4,47 x ki van 333,15 (= € 800 x 50% x 304/365) = 2.481,97

    Huurbedrag dat geherkwalificeerd wordt als beroepsinkomen: 5.000 - 2.481,97 = 2.518,03