De rekening-courant binnen de vennootschap

Wat zijn de fiscale gevolgen van een rekening-courant binnen een vennootschap?

De rekening-courant binnen de vennootschap

I. Wat is een rekening-courant (rc) precies?

1. RC te vergelijken met een bankrekening?

Jawel. De bedrijfsleider (de zaakvoerder of de bestuurder) of zelfs de vennoot heeft een ‘rekening’ in zijn eigen vennootschap waarop zijn privéverrichtingen geboekt worden.

Wanneer iemand geld stort op zijn bankrekening, heeft hij een tegoed op de bank. Als u geld stort op de rekening van uw vennootschap, heeft u een tegoed op uw vennootschap.

Omgekeerd ontstaat er een schuld aan de vennootschap wanneer een bedrijfsleider geld opneemt van de rekening van de vennootschap. Het geld van de vennootschap is immers niet zijn geld, ook al is de bedrijfsleider de enige aandeelhouder van die vennootschap.

Zo’n rekening-courant geeft dus aan hoeveel geld een bedrijfsleider nog tegoed heeft van zijn vennootschap of omgekeerd, hoeveel geld zijn vennootschap nog van de bedrijfsleider privé moet krijgen.

 

II. U moet nog geld aan uw vennootschap

1. Hoe ontstaat zo’n ‘slechte’ of negatieve rc?

1.1. Het geld van uw vennootschap is niet úw geld

Het komt vaak voor dat er heel wat geld op de rekening van de vennootschap staat, maar dat de zaakvoerder/bedrijfsleider of de aandeelhouder zelf vrij krap bij kas zit.

Zichzelf op dat moment een hoger loon toekennen, is uiteraard een mogelijkheid, maar dat betekent ook dat u privé (nog) meer belastingen moet betalen. Hoe hoger immers uw inkomen, hoe hoger het tarief waartegen u belast wordt (progressiviteit). Al vanaf een inkomen boven de € 40.480 (bedrag voor inkomstenjaar 2019), betaalt u het hoogste tarief van 50% (art. 130 WIB 92 en art. 178 WIB 92 inzake de jaarlijkse indexatie). Daarbovenop komt nog de gemeentebelasting, wat al snel tot een totaaltarief van ± 54% leidt en of dat niet voldoende was: meer loon betekent in principe ook hogere sociale bijdragen (20,5%).

Vandaar dat de verleiding vaak groot is om het geld gewoon op te nemen uit de vennootschap zonder dit te bestempelen als een loon. Dan hoeven er privé geen belastingen, noch sociale bijdragen op betaald te worden.

Eén ding wordt daarbij echter vaak over het hoofd gezien: het geld van uw vennootschap is niet úw geld. Wat u privé opneemt, moet u m.a.w. ook terugbetalen aan uw vennootschap...

Ook voor zelfstandigen die vroeger een eenmanszaak hadden en nu via een vennootschap werken, is dit niet altijd eenvoudig. Vroeger konden zij immers wél al wat overbleef na de betaling van de kosten en de eventuele leningen vrij opnemen. Eens zij in vennootschap zitten, is dat dus niet meer het geval. Het geld van de vennootschap is immers niet hun eigen geld...

 

1.2. Geld van de rekening van uw vennootschap halen

Dat kan simpelweg door geld van de rekening van de vennootschap over te schrijven naar de eigen privérekening. Anderzijds kan ook effectief geld uit de kas van de vennootschap gehaald worden. In dat geval spreken we van een ‘rechtstreekse opname’.

 

1.3. Privéaankoop betalen met de kaart van de vennootschap

Het kan ook zijn dat met de bankkaart of de kredietkaart van de vennootschap bepaalde privéaankopen worden betaald. Ook dan ontstaat er een schuld van de bedrijfsleider aan zijn vennootschap. Het is immers niet de bedoeling dat privé-uitgaven worden gedaan op kosten van de vennootschap. In zo’n geval spreekt men ook weleens van een ‘onrechtstreekse opname’. Er is immers niet rechtstreeks geld uit de vennootschap opgenomen, maar de vennootschap heeft uitgaven gedaan die in feite privé door de bedrijfsleider betaald moesten worden.

Alle uitgaven die zo op de rekening-courant geboekt worden, moeten strikt genomen vroeg of laat terugbetaald worden aan de vennootschap. Als een bedrijfsleider zijn privé-uitgaven dus laat betalen via zijn vennootschap, dan is dat eigenlijk niets anders dan als op krediet kopen.

Die privé-uitgaven kunnen niet opgenomen worden in de verworpen uitgaven van de vennootschap. Bij een dergelijke opname in de verworpen uitgaven bestaat het risico immers dat de fiscus de bedrijfsleider privé zal belasten op een belastbaar voordeel gelijk aan het totaalbedrag van die privé-uitgaven. Op dat voordeel zijn dan belastingen en sociale bijdragen verschuldigd.

 

1.4. Privé belastbare voordelen op de rc boeken

Woont een bedrijfsleider gratis in de woning van zijn vennootschap of rijdt hij/zij gratis met een auto van de vennootschap, dan wordt de bedrijfsleider privé belast op een voordeel. Die voordelen van alle aard worden in de praktijk echter vaak geboekt op de rekening-courant van de bedrijfsleider. Op die manier ‘voorkomt’ u immers om er privé daadwerkelijk de belasting op te betalen. Dit is trouwens wellicht een van de meest voorkomende oorzaken van een ‘negatieve’ rekening-courant.

De boeking van een voordeel op de rekening-courant moet steeds gebeuren in het boekjaar waarin de voordelen verstrekt worden.

 

1.5. Bedrijfsleider zelf klant bij uw vennootschap en factuur wordt niet betaald

De bedrijfsleider heeft dan een openstaande klantenrekening in zijn vennootschap. Die klantenrekening staat dan geboekt tussen de andere klanten.

Vraagt een controleur dan een overzicht van de klanten die hun factuur nog niet betaald hebben op het einde van het boekjaar, dan wordt er nagegaan of het betalingsuitstel wel normaal is ten opzichte van de andere klanten. Vaak is de conclusie dan dat de normale betalingstermijn voor de andere klanten allang verstreken is.

Ook in dit geval kan de fiscus de openstaande klantenrekening beschouwen als een negatieve rekening-courant.

 

2. Een schuld aan uw vennootschap, is dat dan zo erg?

2.1. Onbeperkt geld opnemen uit de vennootschap?

Strikt genomen is er geen beperking aan de opname die men via de rekening-courant kan verrichten, maar naast het feit dat men hiervoor fiscaal gezien zwaar gesanctioneerd wordt, moet men er tevens voor oppassen om de financiële situatie van de vennootschap niet te ondermijnen. Bovendien kan men hier verantwoordelijk gesteld worden wegens zgn. misbruik van vennootschapsgoederen.

 

2.2. Die schuld wordt privé toch niet belast?

Wanneer een bedrijfsleider geld opneemt uit zijn vennootschap zonder dat het onder de vorm van een bezoldiging gebeurt, dan is dat op zich niet belastbaar. De fiscus is wel van oordeel dat hierdoor een voordeel ontstaat (art. 18, §3, 1°, d KB/WIB 92). De bedrijfsleider verkrijgt immers een renteloze lening. Indien u bij de bank zou langsgaan om geld op te vragen, zou u daar ook een interest op moeten betalen.

 

2.3. Terugbetaling privé aftrekbaar als beroepskosten?

Neen! Een schuld via de rc aan de vennootschap, is op zich geen privé belastbaar inkomen.

Daar staat echter tegenover dat een (gedeeltelijke) terugbetaling van de schuld aan de vennootschap ook niet aftrekbaar is als beroepskosten in de privéaangifte. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de interesten die u betaalt op die rc-schuld ...

 

3. Interesten te betalen op rc-schuld?

3.1. Waarom spontaan interesten betalen?

Er is geen verplichting om spontaan interesten te betalen aan de vennootschap voor een rc-schuld.

Het kan echter zijn dat u in een vennootschap werkt die bv. tot een grotere groep behoort waar strikte regels gelden over een rc-schuld en u dus verplicht interesten moet betalen...

Anderzijds hoopt u misschien dat u door wél spontaan interesten te betalen aan uw vennootschap op uw openstaande schuld verder niet lastiggevallen wordt door de fiscus... Die vindt immers dat een schuld aan uw vennootschap zonder dat u daarvoor interesten betaalt, niet kan!

 

3.2. Moet u dan een contract hebben en kunt u zo zelf bepalen hoeveel interesten u betaalt?

Komt u met uw vennootschap overeen om interesten te betalen, dan is het geen verplichting om uw afspraken daarover in een geschreven overeenkomst te gieten. Een mondelinge overeenkomst volstaat in principe.

Niets belet u echter om uw afspraken op papier te zetten. Op die manier staat u doorgaans ook steviger in uw schoenen ten aanzien van de fiscus.

Het staat u in principe ook vrij om zelf onderling te bepalen hoeveel interesten u zal betalen op uw schuld.

Indien het overeengekomen interestpercentage lager is dan de zgn. fictieve debetinterest die de fiscus jaarlijks bepaalt (art. 18, §3, 1°, d KB/WIB 92), dan zal u als zaakvoerder/bedrijfsleider privé toch nog belast worden op het verschil (art. 18, §4, KB/WIB 92).

Om dat te vermijden, houdt u dus het best rekening met het jaarlijks bij Koninklijk Besluit vastgestelde interestpercentage voor de fictieve debetinterest.

 

3.3. Hoe moeten de interesten dan berekend worden?

Betaalt u interesten op uw rc-schuld, dan staat het u ook vrij om overeen te komen hoe die precies berekend worden: op jaarbasis, maandbasis, dagbasis, ...

Vanuit fiscaal oogpunt moet u de interesten echter strikt genomen op maandbasis berekenen (art. 18, §3, 1°, e, 3° KB/WIB 92). Indien er echter weinig schommelingen zijn op uw rc in de loop van het jaar, aanvaardt de fiscus over het algemeen een interestberekening op jaarbasis.

 

3.4. Roerende voorheffing inhouden op interestbetaling?

Wie interesten betaalt, moet daarop normalerwijze ook roerende voorheffing (rv) inhouden. Op interesten bedraagt die roerende voorheffing steeds 30% (art. 269, §1, 1° WIB 92). Gebeurt de betaling echter aan een Belgische vennootschap, dan is die inhouding niet nodig.

Er hoeft dus nooit rv ingehouden te worden wanneer u als bedrijfsleider/zaakvoerder interesten betaalt aan uw vennootschap.

 

3.5. Moet u de interesten ook effectief betalen of mogen die bijgeboekt worden op uw rc?

De twee opties zijn mogelijk: u kunt dus zowel de verschuldigde interest effectief betalen aan uw vennootschap als het bedrag van die interest laten bijboeken op uw rc.

Het nadeel van deze tweede optie (interest laten bijboeken op uw rc) is dan wel dat er een soort van sneeuwbaleffect ontstaat. Door het bijboeken van de verschuldigde interest op uw rc, wordt die rc-schuld jaar na jaar groter en zal er dus telkens méér interest verschuldigd zijn, tenzij u uw schuld aflost.

 

3.6. Kunt u de betaalde interesten privé aftrekken?

Neen! Zoals reeds gezegd, is uw schuld via de rc aan uw vennootschap voor u privé geen belastbaar inkomen. Dit heeft tot gevolg dat een terugbetaling ervan en de betaling van interesten erop bij u privé niet aftrekbaar zijn als beroepskosten.

 

4. Geen interesten betalen aan de vennootschap

4.1. Kan dat?

Ja, op zich is daar niets mis mee en in de praktijk is dit ook de meest voorkomende situatie, anders is het leuke eraf natuurlijk... Betaalt u echter geen interesten, dan zal de fiscus het daar niet mee eens zijn en dan zal hij u belasten omdat u gratis geld leent van uw vennootschap.

 

4.2. Privé belast omdat u gratis geld gebruikt van uw vennootschap?

Kortweg, ja! Haalt u geld uit uw vennootschap door het gewoon op te nemen via uw rc, dan is dat in feite een lening die u aangaat bij uw vennootschap. Als u naar de bank gestapt zou zijn voor een lening, dan zou u daar ook interesten op hebben moeten betalen...

Vandaar dat de fiscus stelt dat als u ‘gratis’ geld leent van uw vennootschap, u belast wordt op een voordeel ‘gratis lening’ (art. 32 WIB 92 en art. 18, §3, 1°, d KB/WIB 92). Er worden dan zgn. fictieve debetinteresten aangerekend die in principe bij uw loon gevoegd worden en waarop u dus belast wordt alsof het om een loon ging.

 

4.3. Hoeveel kost dat u dan privé?

Dat heeft u zelf jammer genoeg niet te kiezen! Het tarief van die zgn. fictieve debetinteresten, uw voordeel ‘gratis lening’ dus, wordt jaarlijks wettelijk vastgelegd. Dat percentage wordt dan gepubliceerd in het Staatsblad (voor inkomstenjaar 2018: KB van 17.03.2019 - BS van 01.04.2019).

Let op! De publicatie van het tarief gebeurt telkens in het begin van het jaar ná het jaar waarvoor het tarief geldt. In de loop van het jaar waarin u het voordeel van alle aard geniet, weet u dus nog niet hoeveel dat voordeel bedraagt en dus ook nog niet hoeveel belastingen u dat zal kosten.

De percentages voor de vijf voorbije inkomstenjaren waren de volgende:

2014

9,20%

2015

8,16%

2016

9,27%

2017

8,78%

2018

8,94%

 

U merkt dus dat geld opnemen via uw rc een dure zaak is... Gebruikte u bv. van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 een bedrag van € 20.000, dan wordt er u daarvoor een voordeel gratis lening aangerekend van € 1.788. Rekening houdend met een globale belastingdruk van om en bij de 60% (= 50% personen­belasting, gemeentebelasting en uw sociale bijdragen) kost dat u dus € 1.072,80...

 

4.4. Hoe wordt dat voordeel ‘gratis lening’ berekend?

Strikt genomen schrijft de wet voor dat uw voordeel ‘gratis lening’ berekend moet worden op de gemiddelde debetstand per maand (art. 18, §3, 1°, e, 3° KB/WIB 92)

In de praktijk wordt dat voordeel echter meestal berekend op jaarbasis en ook zo aanvaard door de fiscus (Comm. IB 36/87), zeker als er in de loop van het jaar weinig schommelingen geweest zijn op uw rc. Men gaat dan dus als volgt te werk: het bedrag van uw schuld op de rekening-courant op de eerste dag en de laatste dag van het jaar wordt eerst opgeteld en vervolgens gedeeld door twee. Op die manier bekomt men het gemiddelde ontleende bedrag waarop de fictieve interest berekend wordt.

Voorbeeld van een berekening op jaarbasis
uw schuld op 01.01.2018 bedraagt € 20.000;
uw schuld op 31.12.2018 bedraagt € 30.000;
uw voordeel ‘gratis lening’ is dan: (€ 20.000 + € 30.000) / 2 = € 25.000 x 8,94% = € 2.235.

Zijn er echter grote schommelingen in de stand van uw rekening-courant, dan moet u de interest eigenlijk berekenen op maandbasis en dat kan u weleens duurder komen te staan dan een berekening op jaarbasis...

Voorbeeld van een berekening op maandbasis

schuld op 01.01.2018: € 20.000;
opname op 06.02.2018: € 15.000;
terugbetaling op 17.10.2018: € 3.000;
terugbetaling op 24.12.2018: € 2.000;
voordeel januari: € 20.000 x 8,94% x 1/12 = € 149;
voordeel februari: (€ 20.000 + € 35.000) / 2 x 8,94% x 1/12 = € 204,87;
voordeel maart-september: € 35.000 x 8,94% x 7/12 = € 1.825,25;
voordeel oktober: (€ 35.000 + € 32.000) / 2 x 8,94% x 1/12 = € 249,57;
voordeel november: € 32.000 x 8,94% x 1/12 = € 238,40;
voordeel december: (€ 32.000 + € 30.000) / 2 x 8,94% x 1/12 = € 230,95;
totaal voordeel: € 2.898,04.

U merkt dat het voordeel in dit geval een pak hoger is dan in het vorige voorbeeld, ook al is de stand op 1 januari en 31 december eigenlijk dezelfde.

Omgekeerd kan het voor u evengoed voordeliger zijn als het voordeel per maand berekend wordt. Dat is zeker het geval als uw rekening-courantschuld vooral op het einde van het jaar aangegroeid is. Indien bv. uw rekening op 1 januari nul was en u pas sinds 1 november op min € 10.000 staat, is een berekening per maand veel voordeliger voor u.

Kijk dus eventueel eens na hoe uw boekhouder het voordeel in natura berekend heeft.

Wanneer u bv. op 2 januari een grote som opneemt en die op 30 december terugstort, dan heeft u op het einde van het boekjaar (lopend van 1 januari tot en met 31 december) geen schuld meer en dat zal dan ook niet meer in uw balans staan. U mag er in zo’n situatie echter niet van uitgaan dat er u geen voordeel aangerekend zal worden. U heeft immers zogoed als het hele jaar door gratis over dat geld kunnen beschikken. De controleur vraagt trouwens normalerwijze ook naar het detail van uw rekening-courant en zal de fictieve debetinteresten per maand berekenen.

 

4.5. De fiscus kan niet steeds een voordeel ‘gratis lening’ aanrekenen!
4.5.1. U heeft een schuld aan een vennootschap waarvan u geen zaakvoerder/bestuurder bent

De basisvoorwaarde opdat de fiscus u kan belasten op een voordeel gratis lening, is dat er een band is met de beroepswerkzaamheid (Comm. IB 32/11). Het komt er dus op neer dat u die gratis lening enkel gekregen heeft omdat u ook zaakvoerder/bedrijfsleider bent van die vennootschap!

Indien die band met de beroepswerkzaamheid er niet is, kan de fiscus u dus in principe niet belasten op een voordeel gratis lening! Dit is bv. het geval indien u enkel aandeelhouder bent van de vennootschap waarvan u een lening ontvangt...

Kan de fiscus u dus wegens dat gebrek aan een ‘band met de beroepswerkzaamheid’ privé niet belasten op een voordeel gratis lening, dan zal hij de vennootschap belasten op een zgn. abnormaal of goedgunstig voordeel dat opgenomen wordt onder de zgn. verworpen uitgaven.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het in de praktijk al meerdere keren gebeurd is dat een belastingplichtige probeert te ontsnappen aan de belastbaarheid van het voordeel van alle aard door te stellen dat hij het voordeel van een renteloze of een goedkope lening niet verkregen heeft in zijn hoedanigheid van bedrijfsleider, maar in een andere hoedanigheid, bv. die van aandeelhouder.

De rechtspraak heeft hier spijtig genoeg weinig oren naar... De meeste uitspraken stellen immers dat het voor een taxatie van interesten als een voordeel van alle aard voldoende is dat er enig oorzakelijk verband bestaat tussen de activiteit van de belastingplichtige als bedrijfs­leider en het aangerekende voordeel van alle aard (bv. Antwerpen, 22.05.2013; Brussel, 16.10.2008; Gent, 25.01.2000; Luik, 18.02.1998).

Daarbij wordt er vaak aangehaald dat het toekennen van een renteloze lening aan een aandeelhouder in principe strijdig is met het winstgevende doel van de vennootschap. Ook het feit dat er meerdere aandeelhouders zijn en dat enkel de aandeelhouder-bedrijfsleider dit voordeel geniet, is vaak een sterk argument voor de fiscus.

 

4.5.2. U heeft een rekening-courant geërfd

Wanneer de weduwe als erfgenaam van haar overleden echtgenoot, die op het ogenblik van zijn overlijden bedrijfsleider was van zijn vennootschap, na diens overlijden blijft ‘profiteren’ van de negatieve stand van zijn rekening-courant, dan kan zij niet belast worden op een voordeel in natura ingevolge een gratis lening.

De belasting op voordelen van alle aard vereist immers een band met de beroepswerkzaamheid en die is in haar hoofde niet aanwezig (rb.Antwerpen, 27.02.2004)!

 

5. Wat betekent uw rc-schuld voor uw vennootschap?

5.1. Kan uw vennootschap uw geldopname aftrekken als kosten?

Neen! De opnames die u doet via uw rekening-courant, zijn voor uw vennootschap geen aftrekbare kosten. Deze opnames lopen immers niet via de resultatenrekening, maar staan op de balans als een lening die de vennootschap u toestond.

 

5.2. Niets gekregen, maar toch belastbaar?

In plaats van u privé te laten belasten op uw voordeel gratis lening van bv. € 5.000, gebeurt het vaak dat dit genoten voordeel van € 5.000 bijgeboekt wordt op uw rekening-courant. Uw schuld aan de vennootschap wordt dan wel groter, maar u hoeft op die manier alvast niet de privébelasting en de sociale bijdragen op te hoesten...

Vaak wordt dan de vraag gesteld of die € 5.000 voor uw vennootschap winst en dus een belastbaar inkomen is, want ze heeft dat bedrag toch niet effectief ontvangen...

Het klopt inderdaad dat uw vennootschap geen geld ontvangen heeft, want u heeft die € 5.000 interesten niet effectief aan haar betaald, die zijn enkel bijgeboekt op uw rekening-courant.

Door die bijboeking heeft uw vennootschap echter wel een vordering op u en heeft zij dus in principe ook recht op die bijgeboekte interesten. Men zegt dan dat uw vennootschap een ‘zekere en vaststaande vordering’ heeft op u... Deze zekere en vaststaande vordering is in de vennootschapsbelasting voldoende om die interesten ook te aanzien als een inkomen voor uw vennootschap (Comm. IB 24/6 en art. 183 WIB 92)

Het is voor uw vennootschap m.a.w. niet relevant of zij het geld effectief ontvangen heeft of niet. Zodra er een vordering is, moet dat geboekt worden als een belastbaar inkomen en wordt zij erop belast.

 

6. Moet u die schuld eigenlijk terugbetalen aan uw vennootschap?

6.1. Ooit eens...

Er bestaat op zich geen wettelijke termijn binnen dewelke u uw schuld moet terugbetalen aan uw vennootschap en dat is net het leuke, maar tegelijkertijd ook het gevaarlijke eraan.

Het is immers verleidelijk om bepaalde privé-uitgaven via uw vennootschap te laten lopen. Privé voelt u die uitgave dan niet, maar ondertussen wordt die wel bijgeboekt op uw rc als een schuld aan uw vennootschap.

Gelet op de vele nadelen verbonden aan de negatieve rekening-courant is het dus beter om uw eventuele schulden altijd zo snel mogelijk terug te betalen.

 

6.2. Wat als u uw vennootschap verkoopt? Is die schuld dan voor de overnemer?

Als u ooit van plan bent om uw vennootschap te verkopen, dan zal u bijna verplicht zijn om uw schulden ten aanzien van uw vennootschap aan te zuiveren. Uw overnemer wil uw rc-schuld immers niet... Het is niet zijn schuld, maar die van u!

Bijgevolg zal de schuld die u nog heeft aan uw vennootschap ofwel in mindering gebracht moeten worden van de overnameprijs, ofwel moet u die rekening-courant aflossen vooraleer de overnemer uw vennootschap wil overnemen.

Op die manier kan de eventuele winst die u maakt door de verkoop meteen een flink stuk dalen als uw schuld door de jaren heen serieus opgelopen is...

 

6.3. Wat als u uw vennootschap vereffent? Vervalt uw schuld dan?

Heeft u bv. een managementvennootschap, dan zal u die later in principe niet verkopen, maar gewoon vereffenen wanneer u met pensioen gaat. Uw vennootschap keert u dan haar kapitaal en de opgespaarde reserves uit.

Hoe het dan zit met uw rc, hangt af van hoe groot uw schuld via de rc is op het ogenblik van de vereffening.

Is het bedrag van uw rc-schuld kleiner dan het bedrag dat bij de vereffening uitgekeerd wordt aan u, dan is er geen probleem. Wat u nog moet betalen aan uw vennootschap, wordt dan in mindering gebracht van wat zij aan u moet betalen. Uw schuld valt dan m.a.w. weg door een zgn. schuldvergelijking.

Vaak zal de negatieve stand van uw rekening-courant evenwel groter zijn dan wat u nog moet krijgen van uw vennootschap als uitkering van kapitaal en reserves. Uw vennootschap zal u uw schuld in dat geval moeten kwijtschelden. Klinkt leuk, ware het niet dat de fiscus weer op de loer ligt... De fiscus zal deze kwijtschelding normaal gezien beschouwen als een privé belastbaar voordeel (art. 32 WIB 92). U moet dan m.a.w. belastingen en sociale bijdragen betalen op het stuk van de rekening-courant dat u kwijtgescholden wordt door uw vennootschap.

 

6.4. Wat in geval van een faillissement? Vervalt uw schuld dan?

Neen, ook dan zal u van een kale reis thuiskomen... Een van de eerste zaken die de curator immers zal doen bij het faillissement van uw vennootschap, is de terugbetaling eisen van deze schuld. In een dergelijk geval smaakt de ‘pil’ van het faillissement uiteraard nog wat bitterder...

 

7. Hoe geraakt u van die schuld af?

7.1. U kunt een extra loon opnemen

Via de opname van een extra loon zou u het probleem van uw negatieve rekening-courant kunnen oplossen. Voor uw vennootschap is dat loon dan uiteraard aftrekbaar en u heeft geld ter beschikking om uw lening terug te betalen. Er hangt natuurlijk wel een grote ‘maar’ aan deze oplossing.

Privé wordt u immers extra belast op dat loon en dat al snel tegen een tarief van 50% (exclusief gemeentebelastingen) (art. 130 WIB 92 en art. 178 WIB 92 inzake de jaarlijkse indexatie). Daarbovenop komen nog de sociale bijdragen van in principe 20,5% (+ administratiekosten).

Het is dan ook duidelijk dat een extra loon opnemen in de meeste gevallen niet de beste oplossing is!

 

7.2.  U kunt privé een lening aangaan

Soms wordt er ook privé een lening gesloten bij de bank om de rekening-courant terug te betalen. Op die manier kunt u vaak lenen tegen een voordeliger interestpercentage dan het percentage dat jaarlijks door de fiscus opgelegd wordt om het voordeel ‘gratis lening’ te berekenen.

Het nadeel aan deze methode is dat u ook nu weer een hoger loon nodig heeft om de lening terug te betalen als u privé netto evenveel wilt hebben om van te leven als in de periode vooraleer u de banklening aanging. Bovendien zijn de interesten die u betaalt op die lening privé niet aftrekbaar.

 

7.3. U kunt een dividend opnemen
7.3.1. Wat betekent dat voor u privé?

Een andere mogelijkheid om uw rekening-courant aan te zuiveren, is de opname van een dividend uit uw vennootschap.

Wilt u de rekening-courantschuld volledig doen verdwijnen, dan moet u een dividend opnemen dat netto, d.w.z. na de roerende voorheffing, even groot is als de schuld. De roerende voorheffing bedraagt in principe 30% (art. 269, §1, 1° WIB 92). Met wat u uitspaart aan belastingen en sociale bijdragen op de fictieve debetinterest, heeft u die roerende voorheffing echter normaal gezien al na 7 à 8 jaar terugverdiend.

Voorbeeld

Om netto € 20.000 over te houden, moet u een brutodividend van € 28.571,42 opnemen (€ 20.000 / 70 x 100). U betaalt dus eenmalig € 8.571,42 aan roerende voorheffing, maar u bent wel van de jaarlijkse belastingen en sociale bijdragen op het voordeel verlost. Als u rekening houdt met een voordeel van € 1.788 per jaar (nl. € 20.000 x 8,94% (de debetinterest voor 2018)), dat gemiddeld belast wordt tegen 60% belastingen en sociale bijdragen, dan heeft niets doen u na acht jaar € 8.528,40 gekost (= € 1.788 x 60% x 8), dus ongeveer evenveel als de roerende voorheffing van € 8.571,42. U heeft m.a.w. de onroerende voorheffing na ongeveer acht jaar ‘terugverdiend’

Tip. Voor dividenden zijn er ook lagere rv-tarieven mogelijk, van 20% of 15% voor zgn. VVPR-bis-dividenden (art. 219, §2 WIB 92), van 17% of 5% voor dividenden uit een liquidatiereserve rence (art. 59, §1, 8° WIB 92) en (voor grote vennootschappen) van 10% of 5% voor de ‘vroegtijdige’ uitkering van zgn. in het kapitaal vastgeklikte reserves (art. 537 WIB 92). Keert u een dividend met zo’n lagere rv uit om uw rekening-courantschuld aan te zuiveren, dan is de rv logischerwijze ook sneller ‘terugverdiend’.

 

7.3.2. Wat betekent dat voor uw vennootschap?

Voor uw vennootschap is de uitkering van een dividend niet aftrekbaar (art. 185, §1 WIB 92).

Tot en met aanslagjaar 2018 (boekjaar 2017 of 2017-2018) was uw vennootschap bovendien uitgesloten van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting als ze een dividend uitkeerde van meer dan 13% van het gestorte kapitaal bij het begin van het boekjaar (art. 215, lid 3, 3° WIB 92). De wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting van 25.12.2017 heeft deze voorwaarde voor het verlaagd tarief afgeschaft vanaf aanslagjaar 2019.

 

7.4. U kunt privé iets verkopen aan uw vennootschap

Aangezien uw vennootschap een aparte rechtspersoon is, kunt u zaken verkopen aan uw vennootschap. Met een verkoop aan de vennootschap wordt een situatie bedoeld waarin een persoon een privé goed verkoopt aan zijn vennootschap.

Om van een ‘verkoop’ te kunnen spreken, moet de overdracht onder bezwarende titel gebeuren. U moet er m.a.w. iets voor in de plaats krijgen, maar dat is hier net de bedoeling. U wilt uw rc-schuld immers wegwerken.

U kunt bv. meubels, een computer, enz. (zgn. roerende verkopen) verkopen aan uw vennootschap. De vraag is natuurlijk of dat genoeg ‘opbrengt’ om uw rc-schuld mee weg te werken.

Vandaar dat er ook weleens nagegaan wordt of er geen onroerende goederen zijn die verkocht kunnen worden aan de vennootschap. De verkoop van uw privé woning aan uw vennootschap is weliswaar minder eenvoudig (u moet naar de notaris, er is een akte nodig, er zijn registratierechten verschuldigd, enz.) dan bv. de verkoop van uw auto aan uw vennootschap, maar het is zeker niet onmogelijk.

De tegenprestatie of de prijs die de vennootschap moet betalen voor het goed, moet een normale prijs zijn. Dit is de prijs die in gewone marktomstandigheden met normale, vrije concurrentie ook betaald zou worden aan een derde partij wanneer de vennootschap ergens anders zou kopen.

Uw woning zit daarna in uw vennootschap, waardoor u dan ook jaarlijks een privé belastbaar voordeel ‘gratis woning’ moet aangeven.

Uw woning op het einde van de rit weer uit uw vennootschap halen, is ook niet zo evident en kost ook behoorlijk wat geld. Bespreek dit dus voorafgaand zeker met uw boekhouder.

Het is dan ook aangewezen om, met het oog op uw verdediging bij een eventuele betwisting met uw controleur, een schattingsverslag van de woning te hebben of om vroegere aankoopfacturen van bv. uw meubels bij te houden.

 

7.5. U kunt het kapitaal van uw vennootschap verminderen of inbrengen laten terugbetalen

Heeft uw vennootschap overtollige werkingsmiddelen in verhouding tot de werkzaamheden, dan kunt u ook een kapitaalvermindering overwegen om zo uw rc-schuld ten aanzien van uw vennootschap weg te werken. De liquiditeiten die vrijkomen naar aanleiding van de kapitaalvermindering, hoeven niet noodzakelijk uitbetaald te worden, maar kunnen in mindering gebracht worden van de schuld die u privé heeft aan uw vennootschap.

Merk op dat volgens het nieuwe vennootschapsrecht, vastgelegd in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) de bv als opvolger van de bvba, een vennootschap is zonder kapitaal. Op 01.01.2020 wordt het bestaande kapitaal, samen met de wettelijke reserve, van rechtswege en zonder enige formaliteit omgevormd in een zgn. eigen vermogensrekening die statutair onbeschikbaar is. In een bv zal geen sprake meer zijn van een kapitaalvermindering, maar wel van ‘een terugbetaling van inbrengen’.

Tot en met 31.12.2017 was de terugbetaling van werkelijk gestort kapitaal in principe volledig belastingvrij. Kapitaalverminderingen van na die datum moeten echter proportioneel aangerekend worden op de meeste belaste reserves in en buiten het kapitaal en de meeste belastingvrije reserves in het kapitaal.

We gaan hier niet verder in op de technische details, maar het gevolg daarvan is dat een kapitaalvermindering sinds 01.01.2018 normaal ook gedeeltelijk een dividenduitkering is waarop roerende voorheffing betaald moet worden. Voor welk gedeelte dat is, hangt zowel af van de samenstelling van het kapitaal alsook van de rest van het eigen vermogen van uw vennootschap.

Heeft u tussen 01.07.2013 en 30.09.2014 het kapitaal verhoogd door er reserves in ‘vast te klikken’ (art. 537 WIB 92) en was uw vennootschap toen klein (volgens art. 15 W.Venn.), dan kunt u die vastgeklikte reserves vanaf vier jaar na de kapitaalverhoging, dat is dus ten laatste vanaf 01.10.2018, laten uitkeren zonder roerende voorheffing. Was uw vennootschap toen groot, dan moet u acht jaar wachten voor een uitkering zonder roerende voorheffing, op een vroegere uitkering betaalt u nog 10% of 5% roerende voorheffing.

Vennootschapsrechtelijk is een kapitaalvermindering slechts mogelijk als het kapitaal meer bedraagt dan hetgeen wettelijk vereist is en indien de solvabiliteit van de vennootschap dit toelaat. Voor een bv, de opvolger van de bvba, is er geen wettelijk minimumkapitaal, maar kunnen de inbrengen ook niet zomaar terugbetaald worden. Het eigen vermogen van de vennootschap daalt immers door de kapitaalvermindering of terugbetaling van inbrengen, wat voor discussies kan zorgen bij de bank waar uw vennootschap leningen of financieringen heeft lopen, of waar ze van plan is om die aan te gaan. Verder moet u een bepaalde procedure volgen (art. 612 en 613 W.Venn. voor een nv, art. 317 W.Venn. voor een bvba; art. 7:208-210 WVV voor een nv, art. 5:142- 5:144 WVV voor een bv). In een bvba en een nv moet o.a. een zgn. buitengewone algemene vergadering gehouden worden voor een notaris, die de kapitaalvermindering moet goedkeuren met ten minste drie vierde van de stemmen. Houd er ook rekening mee dat een kapitaalvermindering gevolgen heeft voor eventuele toekomstige dividenduitkeringen en op de mogelijkheid om interesten toe te kennen aan leningen toegestaan door aandeelhouders of bedrijfsleiders.

 

7.6. U kunt uw vennootschap opdoeken en opnieuw beginnen

Wellicht de meest verregaande oplossing om uw rekening-courantschuld terug te betalen, is de vereffening of de liquidatie van uw vennootschap.

In dat geval liquideert u uw vennootschap: de opgepotte winst (de zgn. reserves) wordt uitgekeerd als een zgn. liquidatiebonus (art. 208-210 WIB 92) waarop u 30% roerende voorheffing betaalt. De nettoliquidatiebonus wordt dan gebruikt om uw rekening-courantschuld te compenseren. Vervolgens richt u een nieuwe vennootschap op. U begint dus gewoon opnieuw...

Is uw schuld via de rc bv. € 100.000, dan moet u – om netto die € 100.000 over te houden – een brutoliquidatie­bonus van € 142.857,14 krijgen (€ 100.000 / 70 x 100).

. De reserves die u in 2013 of 2014 vastgeklikt heeft in het kapitaal (art. 537 WIB 92), kunt u bij de vereffening zonder roerende voorheffing uitkeren.

.De reserves die u naar een liquidatiereserve heeft laten overboeken, tegen betaling van een bijzondere aanslag van 10% door uw vennootschap (art. 184quater WIB 92), kunt u eveneens belastingvrij uitkeren bij de vereffening (art. 21, 11° WIB 92).

De vraag stelt zich of een vennootschap vereffenen om het probleem van uw rekening-courant op te lossen en dan een nieuwe vennootschap oprichten waarin u dezelfde activiteit voortzet, wel toegelaten is...

Het antwoord luidt dat dit in principe geen probleem is, maar toch niet helemaal zonder risico. Volgens het Hof van Cassatie is de liquidatie van een vennootschap gevolgd door de oprichting van een nieuwe (met dezelfde vennoten en dezelfde activiteit) op zich geen simulatie die de fiscus toelaat om de liquidatiebonus, te herkwalificeren als een gewoon dividend (Cass., 14.09.2007). Een herkwalificatie was volgens sommige rechtspraak (Antwerpen, 17.04.2007) ook niet mogelijk op basis van de oude zgn. antimisbruikbepaling (art. 344, §1 WIB 92), maar is dat eventueel wel op basis van de antimisbruikbepaling die sinds 2012 van kracht is.

Het spreekt bovendien voor zich dat liquideren niet voor elke vennoot­schap realistisch is. Heeft uw vennootschap bv. (bijna) afgeschreven onroerende goederen en machines waarop zij een serieuze meerwaarde­belasting riskeert en heeft ze attesten, vergunningen, enz. die opnieuw aangevraagd moeten worden, dan ligt dit uiteraard niet zo voor de hand. Hetzelfde geldt voor een exploitatievennootschap.

Vergeet ook niet de kosten die gepaard gaan met de vereffening van uw vennootschap in rekening te brengen. Gelet op de sinds enkele jaren bestaande strengere vereffeningsprocedure kunnen die immers soms ook snel oplopen.

Zoals eerder al aangehaald, is het ook beter dat uw rc-schuld kleiner is dan het bedrag dat u ontvangt naar aanleiding van de vereffening. Is uw rc-schuld immers groter dan wat u krijgt van uw vennootschap als uitkering van kapitaal en reserves, dan schiet er nog een stuk schuld over van u aan uw vennootschap. Die schuld moet uw vennootschap dan kwijtschelden en de fiscus zal die kwijtschelding normaal gezien beschouwen als een voordeel van alle aard waarop u privé belastingen en sociale bijdragen moet betalen...